Wet-Breyne: wat betekent dit voor jou als koper of bouwer?

De wet-Breyne, alias de woningbouwwet van 9 juli 1971, bezorgt de bouwer van een woning of koper van een huis dat nog gebouwd moet worden (verkoop op plan, sleutel-op-de-deur) een uitgebreide bescherming. Het gaat om de situatie waarbij de koper in zee gaat met een algemene aannemer of bouwpromotor. De wet-Breyne is een wet van dwingend recht: afwijkingen zijn dus niet toegelaten.

We zetten de belangrijkste elementen van de wet op een rijtje:

  • De totaalprijs wordt vooraf vastgesteld.
  • De prijsafspraken en de uitvoeringstermijn dienen nageleefd te worden.
  • Het voorschot mag maximaal 5% van de totale prijs bedragen.
  • Er gelden duidelijk omschreven betalingsmodaliteiten: de betalingen die gevraagd worden mogen niet hoger liggen dan de prijs van de al uitgevoerde werken.
  • De oplevering gebeurt in twee stadia: een voorlopige en een definitieve oplevering. Tussen beide moet minstens een jaar tijd liggen.
  • De verkoper is aansprakelijk voor verborgen gebreken, maar ook gedurende 10 jaar voor zware en zichtbare gebreken.
  • Erkende aannemers dienen een solvabiliteitswaarborg te storten in een fonds, ter bescherming van de koper tegen een eventueel faillissement. Bij niet-erkende aannemers is er een voltooiingswaarborg.

Aparte afspraken met verschillende aannemers?

Je kan er natuurlijk ook voor kiezen om met verschillende aannemers afzonderlijke afspraken te maken. Zo kan je voor de ruwbouw, dakwerken en de elektriciteit bijvoorbeeld aparte overeenkomsten afsluiten met verschillende aannemingsbedrijven. In dat geval rust op je architect de verplichting om de werken en de samenwerking tussen de aannemers te coördineren. De wet-Breyne is dan niet van kracht.

Benieuwd wat uw eigendom waard is?